Kaartje

zaterdag 25 juni 2022

Bootje varen - Harwich - Hoek van Holland - thuis

Gisteren op de boot had ik nog geen zin om de boel hier in het blog af te sluiten. Ik zat er in mijn gedachten nog middenin. Nu ben ik wakker geworden in mijn eigen bedje, en voelt het wel als een mooi afgerond geheel. Vannacht heerlijk geslapen, wel een paar keer half wakker geworden en gedacht ‘In welk onderkomen lig ik nu ook alweer’, wat op reis ook wel regelmatig gebeurde. Maar dan zag ik Leonie en kon ik tevreden denken ‘Thuis’, en verder slapen.

Terug naar gisteren ochtend. Ook bij Pete, zijn familie en konijnen had ik prima geslapen. De avond ervoor had ik de boel inderdaad zodanig omgepakt dat de drie tassen op de fiets kon blijven, en ik alles voor aan boord in mijn rugzakje had. De ochtenddouche was eerder dan gebruikelijk, zo 6.15 uur. Het ontbijt aan de ontbijttafel ongeveer standaard, met rijstepap met cornflakes, toast met jam en een kop koffie. Ik maakte weer een dubbele boterham met pindakaas en stopte die in mijn broodtrommeltje in de rugzak bij het andere eetbare spul dat ik nog had. Een banaan, een zak zoute pinda’s en dropjes, vijf weken geleden in Nederland op de markt gekocht. Het weer op zee zou stabiel worden, maar met mijn historie van zeeziekte was ik liever niet te afhankelijk van wat er aan boord te koop zou zijn.

De tassen waren licht achterop de fiets toen ik wegreed, nadat ik Pete uit zijn bed had gebeld om de garagedeur open te doen en gedag had gezegd. Het echte laatste stukje fietsen in Engeland. Een heerlijk zonnetje, klein beetje heiige lucht, geen wind en geen kip op straat. Fantastisch! Wat een geluk met het weer de afgelopen weken. Ik geloof dat ik sinds Shrewsbury in t-shirt en korte broek heb kunnen lopen. De drie km naar de boot was snel afgelegd, en de rij voor het loket was kort. Ik werd doorgestuurd naar Lane 1, waar alle motorrijders en fietsers in werden verzameld. Motorrijders zijn vaak in groepjes en op zichzelf gericht. De fietsers, in ieder geval de Nederlanders, allemaal met bepakking en op weg naar huis, zochten elkaar op en wisselden ervaringen uit. Mijn reis was, begrijpelijk, de langste van allemaal. De andere fietsers waar ik mee sprak, waren twee paren. Het ene paar was drie weken, het andere tien dagen op pad geweest. Beide hadden gekampeerd. Ze waren het met elkaar eens dat het lastig was om campings te vinden die niet te ver uit elkaar lagen, en wildkamperen zagen ze alle vier niet zitten. Het eerste stel, gezellige sportieve Brabanders, hadden lange dagen gemaakt en vaak meer dan 70 km per dag afgelegd. Wel zeker hadden ze ook de tijd genomen om goed rond te kijken en te genieten, met als gevolg dat ze vaak pas om acht uur ‘s avonds op hun volgende camping waren. Het andere stel was vooral op pad geweest met als doel een concert van Kaene, een Engelse band. De man van het stel was duidelijk ingenieur of industrieel ontwerper, want zijn fiets zat vol foefjes zoals een stuurvergrendeling (zodat de fiets niet omvalt als deze op de standaard staat) en een bekerhouder voor een take-away koffiebeker. Voor allemaal was het de eerste fietsvakantie, en allemaal vonden wij het een positieve ervaring.

Er kwam beweging, en de motoren voor en achter ons werden gestart. In een spectaculaire, kleurige, ronkende en stinkende (de motoren) stoet reden we via een brug over het spoor, een spiraal naar beneden en de oprit, zo de klep van de veerboot binnen. De fietsen werden vastgezet aan dwars geplaatste dranghekken, dat vond ik dan weer een beetje primitieve oplossing. De tassen liet ik inderdaad gewoon op de fiets zitten. Mijn vuile was zat vooraan…

Via de trap ging ik naar het passagiersdek, en ondanks dat de fietsen en motoren bijna als laatsten aan boord gingen, kon ik toch een mooie plek met uitzicht naar voren vlak bij een raam vinden. Het duurde even voor ik mijn draai had gevonden (draaistoelen waarvan één niet goed op de grond vaststaand…) en ik nam voor de zekerheid toch maar een homeopatisch pilletje tegen zeeziekte. Van deze wordt je niet slaperig, dus baat het niet, dan schaadt het ook niet. Misschien geldt dat wel voor alle homeopathie, maar laat ik daar verder niets over zeggen. Laat instappen heeft het voordeel dat er al snel actie komt, en na het losgooien ging het schip dwarsuit van de kant en daarna heel rustig tussen de boeien door langs het oude stadje Harwich, richting open zee. Ik bleef kijken tot er geen boeien meer te zien waren, en ging kijken voor een kopje koffie. Ik nam er een paar verpakte stroopwafels bij. Ik voelde wel wat beweging van het schip, maar als ik tijdens het lezen op de iPad maar af en toe omhoog keek naar de horizon, was er verder weinig aan de hand, en ik ging mij steeds zekerder voelen. Verder was het een lange zit. Er ging wel meteen een uurtje af, omdat aan boord middeleuropeesche tijd aangehouden werd. Er was aan boord van alles te doen, restaurants, casino, bioscoop, maar ik had daar niet zo’n behoefte aan en hield me bij mijn meegebrachte proviand. Als de buren mij ‘s morgens vroeg lastig vallen met de geur van een full English breakfast, vinden ze het vast niet erg als ik rond de middag knaag op mijn boterhammen met pindakaas van de Tesco. Uitstekende pindakaas met stukjes pinda trouwens.

Het uitzicht bleef mooi, met wat sluierbewolking en andere bewolking in een laag daaronder, en weinig wind en golfslag. We voereen midden op zee tussen twee velden met windmolens door, en volgden op afstand andere veerboten, dwars op de doorgaande scheepvaart. Er was aldoor wel iets te zien. Maar wanneer heb je nu weer echt land in zicht? Die overgang bleek nog vrij lastig. Samen met de buren bestudeerde ik de horizon. Het leken een soort luchtspiegelingen, maar het zouden ook torentjes kunnen zijn. Nee, achteraf waren het waarschijnlijk toch schepen, want het eerste duidelijke teken van land, was een rookpluim van een fabriek op de Maasvlakte. Al snel kwamen daar de hijskranen bij, en nog wat later, de kustlijn richting Den Haag. En dan is het nog dik een uur varen…


Met de kust in zicht vond ik het tijd worden om mijn 20 minuten gratis WiFi aan te spreken. Met Leonie kreeg ik geen contact, die zat vrijwel zeker in de auto op weg naar Hoek van Holland om mij en mijn fiets op te halen. Diverse berichtjes van ‘goede reis’ kwamen nu pas binnen. Op een gegeven moment toen de boot al aan het aanleggen was, kreeg ik wel contact met Leonie. Zij kon helaas niet dichterbij komen, zodat we niet konden zwaaien. Er werd omgeroepen dat de deuren naar de dekken waar de auto’s stonden waren vrijgegeven, en deze keer was er geen loopbrug die kon weigeren. Iedereen kon keurig op zijn of haar beurt via de achterkant de boot afrijden. De meeste fietsers bleven in hun baan achter de motoren, maar één fietser koos ervoor om langs de rij te gaan over een verhoogd paadje. Daar ging ik achteraan, en bijna vooraan gingen wij weer tussen de rij. Er bleek nog iemand ons gevolgd te zijn. Wij vonden dat dit een voordeeltje was van reizen op de fiets.

Een douaneman controleerde onze documenten en we mochten door. Daar meteen om de hoek buiten het hek, stond Leonie en die zette mij zwaaiend en wel op de foto. Wij pakten even ons momentje, natuurlijk, na 37 dagen elkaar niet te hebben kunnen vasthouden. De auto stond vlakbij, en met alle tassen achterin en de fiets op de fietsendrager, reden wij richting Amsterdam, en natuurlijk hadden we elkaar heel veel te vertellen.

Ik heb dit allemaal bijgehouden voor mezelf, om later te kunnen teruglezen en te herinneren wat ik ook al weer allemaal heb meegemaakt. Het is anders zo moeilijk om de details vast te houden, zeker als je op zoveel prachtige plekjes vlak achter elkaar geweest bent. Was dat nou in Bath, of in Oxford? Misschien is het voor de meelezers af en toe een tikkie langdradig daardoor. Maar desondanks, dank voor alle leuke reacties via WhatsApp, Facebook en Instagram. Het was erg leuk om dit avontuur met jullie te kunnen delen!

Ben ik mezelf tegengekomen? Ik ben wel een keer iemand tegengekomen op de fiets met tassen achterop en een gele regenjas aan, en hij zwaaide terug, maar hij leek niet op mij. Ik heb wel veel over mezelf geleerd. Dat ik me minder druk hoef te maken of ik wel op tijd kom, of de boot wel gaat, of het restaurant wel open is, etc. Ik ben zeker op een manier tot tot rust gekomen, en ik was voor de buitenwereld al vrij rustig volgens mij. Wat ik ook weer heb leren waarderen is dat bij ons thuis alles heel is, en de koelkast doorgaans gevuld met prima eten. Het huis en de tuin liggen niet vol troep en we hebben een redelijk overzicht over ons leven. Het klinkt simpel, maar voor veel mensen is het dat niet. Het was een voorrecht om deze reis te hebben kunnen maken. Ik ga hier nog heel lang aan terugdenken.

donderdag 23 juni 2022

Braintree - Harwich

Het laatste grote stuk! Het waren zoveel etappes dat ik zelf goed moet nadenken. Alle onderkomens beginnen in mijn hoofd een beetje door elkaar te lopen. Vanmorgen vertrokken uit Braintree bij Nicky met de herdershond. Oh ja. Ik had gerekend op veel kilometers langs de provinciale weg en dat klopte ook wel. Toch zat er een heel groot stuk tussenin dat de National Cycle Route 51 volgde via B-wegen en fietspaden, wat zorgde voor de nodige afwisseling.

De koffiestop liet lang op zich wachten. Er was een pub met een terras achter bij de parkeerplaats. Helaas hadden ze geen cake. Jammer, maar het was nog vroeg omdat ik om 9 uur al op de fiets zat. De incheck in het volgende onderkomen kon al tussen 14.00 en 15.00 uur, dus ik hoefde geen tijd te rekken vandaag. Halverwege de route kwam ik door Colchester. Dat bleek een heel leuk centrum te hebben, en ik dacht dat deze laatste dag fietsen toch niet voorbij mocht gaan zonder koffie met cake! Weer een leuke koffiezaak gevonden met een goed stuk cake, en lekker buiten gezeten, kijkend naar andere mensen.

De laatste 10 km was ik me er erg van bewust dat dit het laatste stuk was. Ik zag de Noordzee rechts van me, aan de oostelijke horizon verschijnen en ik stopte even om te kijken. Om iets voor tweeën was ik bij het onderkomen, en Pete deed de deur open. Hij deed ook de garage even later open zodat mijn fiets daar in kon. Ik vroeg hem meteen of hij morgenochtend uiterlijk om 7 uur de garagedeur voor me open kon doen, om op tijd bij de boot te kunnen zijn, en dat was geen probleem. In de garage stond een model stoomtractor. Pete had die twee jaar geleden gekocht en gedeeltelijk gedemonteerd, maar ja, te weinig tijd... Buiten stond een camper, waar duidelijk het een en ander aan bijspuitwerk aan gedaan was. Ook een klusje van Pete. Ik vroeg of hij deze zomer er mee weg ging. Ja, Devon en Cornwall, was het plan. Pete gaf me de snelle rondleiding, en moest een online meeting in. Voor mij was het douchen, lekker in de tuin mijn boterhammen opeten terwijl de konijnen aan mijn tenen snuffelen en een tukkie doen.

Om een uurtje of vier ging ik er nog even met de fiets op uit om Harwich te verkennen en ook om te kijken waar ik morgenochtend moet zijn. Harwich is ook weer verrassend leuk. Mooie uitzichten over zee en naar de overkant van de riviermonding van de Stour en de Orwell die daar samenkomen. Er is een leuke oude pier en een gerestaureerd lichtschip waar Mi Amigo 106.8 FM op stond. Dit is een bekende naam uit het piratenzendertijdperk, en het zou natuurlijk best kunnen dat dit schip ooit de piratenzender Mi Amigo gehuisvest had. Moet ik nog eens opzoeken. Ik at in iedergeval op de pier een lekker ijsje, en programmeerde de opstapplaats van Stena in mijn Garmin.

Aldaar gekomen, stond er al een Nederlandse camper, als enige op het grote terrein met stroken voor de incheckloketten. Er stonden grote borden dat auto's, motorrijders en fietsers daar allemaal naartoe moesten, dus het lijkt erop alsof ik weet waar ik zijn moet. In de Garmin het opgeslagen punt van mijn kamer opgezocht en de kortste weg bekeken. Incheck begint 7.45 en ik wil een half uur uittrekken voor het stukje fietsen, dus 7.15 wegrijden morgen. Het wordt wel iets anders inpakken, want ik wil eigenlijk alles wat ik nodig denk te hebben in het rugzakje stoppen, zodat ik de rest op de fiets kan laten zitten. We zullen zien of dat mag. Ik hoop het wel, want ik heb geen hut, de overtocht is overdag, en het scheelt een hoop gesleep.

Na deze omzwervingen weer teruggefietst naar het dorp Harwich en een restaurant uitgezocht. Eerder was ik al eens bij Wetherspoon geweest,  de kaart is goed, en ze hebben een terras dat nog in de zon lag. Er bleek een Thursday special te zijn, keus uit diverse curry's, en een biertje voor £8,50.

De laatste zonnestralen vallen nu niet meer op mij maar nog net op de schutting boven mijn hoofd. Ik kan terugkijken op een fatastich geslaagde reis, en een once-in-a-lifetime experience. Morgen op de boot zal ik in iedergeval John van de Derbyshire and Lancashire Gliding Club nog even een mailtje sturen. Zonder zijn hulp om een nieuwe fiets te kunnen kopen, had het niet zo prachtig kunnen zijn. En tijdens de reis over de Noordzee heb ik alle tijd om nog wat overpeinzingen in het laatste blog te schrijven voor ik Leonie weer vast kan houden :-)

woensdag 22 juni 2022

Cambridge - Braintree

Vanavond neergestreken in het restaurant van White Hart hotel voor mijn avondeten, en nu al wachtend op mijn bestelling de dag even door te nemen.

Na ontbijt, inpakken en afscheid nemen van de hostess, kwam ik bij het fietsenschuurtje een mede-fietser tegen. Hij was zijn banden aan het oppompen, en ik vroeg of ik zijn pomp even mocht gebruiken. Dat vond hij prima, en vroeg, kijkend naar mijn bagage, wat ik van plan was vandaag. We praatten even over mijn reis en zijn fietsactiviteiten, en hij vroeg of ik Strava gebruikte. We hebben elkaar gevolgd, en ik heb vandaag gezien dat Mark, zo heette hij, een zeer actieve fietser is met vandaag vier ritten.

Daarna echt onderweg, en het begin van de route voerde door het noordelijke deel van Cambridge. Niks geen mooie gebouwen behalve een kerk. Na verloop van tijd kwam ik buiten de stad, en de route leidde mij op wat bleek een oude Romeinse weg te zijn. Niet dat er tegels of iets dergelijks lagen, het was een soort karrenspoor, maar er stonden hier en daar borden met uitleg dat deze weg van 16 mijl stamt uit de tijd rond het begin van onze jaartelling. Hij was aangelegd om troepenverplaatsingen makkelijker te maken. Een leuke route, met mooi uitzicht over de omliggende landerijen. "Fietsend langs de haver, trapte ik mezelf aan gort", kwam er bij me op, net als "kwetterende kwikstaartjes" die ik in de kabels boven de weg zag en hoorde. Je zit ook maar alleen met je gedachten een groot deel van de dag.

Het was weer flink warm, en het vocht moest dus op peil gehouden worden. Dat betekent dat je af en toe ook even moet afwateren. Soms is dat voor de fauna even schrikken,  want toen ik mijn fiets behendig een landbouwperceel instuurde, schoten links een eekhoorn en rechts een fazant weg. Een stuk verderop kwam ik ook nog een veldmuis tegen, en in een veld zag ik wel elf of twaalf vrouwtjesfazanten lopen. De Red Kites zijn in dit gebied niet van de partij. Wel valken, kraaien en dergelijke.

Toen de Garmin mij uiteindelijk van het Romeinse pad af leidde, gaf dat wat uitdagingen. Ik denk dat de software weer in 1e instantie op lopen heeft gestaan. Ondanks dat ik later fietsen heb geselecteerd, bleven er wat vervelende hekjes en zeer smalle stroken met aan weerskanten brandnetels tussenzitten. Toen ik dat op een gegeven moment zat was, heb ik het eindpunt even opnieuw in de Garmin geselecteerd en die de route laten bepalen. Daarna geen last meer.

Maar eerst was daar nog de middagpause. Na 25 km was er alleen hier en daar een huis, maar zeker geen pub of koffietentje. Dan maar de boterhammen op een bankje onder een boom opgegeten. Gelukkig had ik daar weer op gerekend, want niet alleen drinken is belangrijk. Als je langer als 1,5 à 2 uur fysiek bezig bent, moet je ook de verbranding van koolhydraten weer aanvullen. Als je daar te lang mee wacht, komt de man met de hamer, en kan je alleen nog op een heel laag pitje verder sukkelen. Uiteindelijk pas na 35 km was er een dorp met een paar gezellige terrassen. Ik koos er een uit, en kaapte de laatste punt chocolade-sinaasappelcake weg voor de neus van de jongedame achter mij in de rij. Buiten leek het een bijeenkomst van de politie uit de hele streek, waarvan een groot deel op de motor aankwam. Nu, beter dat ze niets te doen hebben dan dat ze heel druk zijn met allerlei ellende.

Het onderkomen was volgens afspraak om 15.30 uur beschikbaar. Ik had nog drie kwartier over dus reed even door naar het centrum. Ik verkende alvast waar ik wat zou kunnen eten, en nam een half pint van een lekkere koele IPA. Die had ik zeker verdiend,  en ik besloot dat The White Hart ook geschikt was voor het diner.

Hostess Nicky, een aardige, redelijk gezette zestiger, deed geen self-checkin, omdat Duitse herder Caesar eerst even voorgesteld moet worden aan de gast. Dit leverde geen enkel probleem op, het beest van 10 jaar oud blaft wel af en toe, maar is verder erg lief. De douche werkt normaal, en mijn uitgespoelde fietswasje hangt in de heerlijke tuin over het wasrek te drogen. Er is een koelkast op de kamer dus ik heb net weer even wat dingetjes als yoghurt, bananen en sinaasappelsap gehaald. Ook de gebruikelijke koffie en thee zijn op de kamer aanwezig met een waterkoker en wat bestek. Ook een wasteil en afwasmiddel, maar ik ga net doen of ik dat niet gezien heb :-)

Dagje Cambridge

Opstaan viel niet mee, ik lag nog lekker, na de lange ritten van gisteren en eergisteren. Na een snelle douche met lekkende slang, weer ontbijt op de kamer, met mijn eigen yoghurt en vers brood. Met alleen een rugzakje fietste ik zo goed als uit mijn hoofd, dezelfde route naar Jesus Green, en alsof ik er al jaren kwam, door naar King’s Parade. Als je je fiets ergens aan een nietje zet, is het wel zaak om hem ‘s middags nog terug te kunnen vinden, en zo recht voor King’s College was dat in ieder geval niet te missen en lekker centraal. Het was nu al vrij warm, en ik was mijn San Diego-pet de afgelopen dagen ergens kwijtgeraakt. In een onbewaakt moment van tafel gevallen, of met bagage van de fiets afhalen, naast de fiets gevallen. In ieder geval wilde ik een nieuwe pet. Even kijken bij het King’s College bezoekerscentrum. Jawel, een pet gescoord, en omdat ik al een toegangskaartje had, nog £1,- korting gekregen ook.

Nog tijd genoeg voor een lekkere kop koffie, en ik koos hiervoor Michael House, een half kerkelijke instelling, half koffiehuis. Hun terras lag namelijk buiten de loop en half in de zon. Prima koffie, en een van de medewerksters was gebak aan het fotograferen in de tuin / op het terras. Ik vroeg of ze straks nog hulp nodig had bij het opeten, maar daar trapte ze jammer genoeg niet in. Ik vertelde dat ik net een post op Instagram gedaan had met hun @ erbij getagd, en dat ik al een maand lang elke dag mijn ‘second breakfast’ voor de grap op Instagram zet. Ze ging even kijken en heeft me ‘gevolgd’ :-)

Via Trinity Lane (tip van Aat) liep ik met een kleine omweg naar de ingang van Kings College Chappel. De schoorstenen waren te zien, helaas waren verder alle deuren dicht, dus geen inkijkjes in College-tuinen of iets dergelijks. De Chappel was erg mooi, inderdaad is het hoge gewelfde plafond een hoogstandje van architectuur en bouwkunst. Het altaarstuk van Rubens, de Aanbidding der Wijzen, ook erg mooi. Ik heb natuurlijk de afgelopen weken e.e.a gezien, en ik moet zeggen, de Chappel van Windsor Castle was wat mij betreft het meest imposant, maar dit is een goede tweede. Ook de tuin en overige gebouwen konden (van buitenaf) bekeken worden. Ik vond de entreeprijs van £11,- wat aan de hoge kant voor het geheel, al leverde het wel mooie plaatjes op met de bloeiende bloemen in de tuin.

Alle andere Colleges in de nabijheid waren niet open voor publiek, om redenen van covid, verbouwing of andere activiteiten. Helaas, maar wel de afstammeling van de appelboom gezien waar Newton onder lag toen hij zijn Eureka-momentje had. Als je alles gelooft en de helft is waar, is het toch leuk. Ik kwam langs de kerk met toren van Great Saint Mary. Als ik dan geen Colleges kon bezoeken, kon ik ze wel van bovenaf bekijken. Zo gezegd, zo gedaan, en 123 genummerde treden later, stond ik in mijn eentje bovenop de toren over de stad uit te kijken! Inderdaad een mooi overzicht over de diverse Colleges en andere gebouwen. Van lieverlee kwamen andere bezoekers omhoog, en het verkeer werd via de intercom geregeld door te zeggen dat er mensen naar boven onderweg waren en wanneer de trap vrij was om naar beneden te gaan.


Het was inmiddels na twaalven, en ik liep de markt een paar keer rond, om te kijken in welk van het aangeboden street food ik het meest zin had. De keus viel op kip met groente in een wrap, warm en in vetvrij papier ingepakt. De bovenkant werd er op verzoek voor klanten die dat wilden, vakkundig afgescheurd, dus je kon meteen aanvallen. Ik ging op een zitblok aan de overkant van de weg zitten, naast iemand die ook aan het eten was, en daaromheen nog anderen die hetzelfde deden. Om ons heen de onvermijdelijke patatduiven, die aasden op stukjes die vielen. Ze hoefden niet lang te wachten, want de halfwaardetijd van vetvrij papier is korter dan de tijd die nodig is om een wrap te eten, en de onderdelen begonnen door het doorweekte papier te vallen. Nog enigszins fatsoenlijk wist ik de laatste happen zonder vuile kleren of schoenen te krijgen, weg te werken. Bij de prullenbakken midden op de markt was gelukkig een kraantje, waar ik mijn handen kon afspoelen.

Daarna werd het tijd voor enkele musea, om uit de zon nog wat cultuur van Cambridge tot mij te nemen. Onderweg had ik als toetje een ijsje gekocht, en dat at ik op op een bankje voor het zoölogiemuseum. Een imposant skelet van een vinvis hing in de hal. Binnen hadden ze hier in vergelijking met het soortgelijke museum in Oxford, weer heel mooie preparaten op sterk water. Ook de skeletten van schildpadden waren mooi, nooit eerder gezien hoe ribben bij sommige soorten in het schild zijn opgenomen, en bij andere soorten juist een aparte laag vormen. Ook hier prachtige fossielen, maar ook omdat ik een paar dagen geleden al zulke fantastische exemplaren had gezien, minder wauw-factor dan in Oxford.

Om de hoek was het Whipple Museum of the History of Science. Een erg mooie opstelling van een exemplaar van de eerste in serie gebouwde elektronenmicroscoop was een topstuk. Hij stond open, en het was goed te zien hoe met fijne mechaniek het preparaat onder de elektrode doorgehaald werd. Ook hier viel me in de diverse vitrines weer op, met hoeveel zorg en aandacht voor esthetiek sommige meetapparatuur als galvanometers gemaakt werd in vroeger tijd. Niet zomaar wat spoeltjes op een plankje spijkeren, nee, prachtig messing gedraaid en gegraveerd, mooie connectoren op de juiste afstanden, echt subliem vakwerk. Een ander topstuk waren twee modellen van gravitatievelden, waarvoor Steven Hawking de opdracht had verstrekt. Je moet denken dat het om theoretische natuurkunde ging, en dan toch praktisch aanschouwelijk proberen te maken. En grappig genoeg stond er ook een ZX81 computer in een vitrine, een van de eerste kant-en-klare commerciële computers voor thuis, ontwikkeld door de Engelsman Clive Sinclair, hier in Cambridge. N.B. Ook hier weer een replica van een Herschell-teleskoop.

Als laatste ging ik het Sedgwick Museum of Earth Sciences binnen. De musea hier zijn niet groot, denk een beetje aan Teylers in Haarlem. Des te imposanter is dan een (afgietsel) van een kop van een t-rex vlak voor je als je de zaal op komt! Verder interessant was een gedeelte over Charles Darwin als geoloog, want hij had op zijn reizen ook steenmonsters verzameld, bijvoorbeeld in de Andes, en een mooie vitrine met meteorieten en uitleg over de verschillende soorten, met voorbeelden erbij. De enorme hoeveelheid schelpfossielen ben ik voorbijgelopen. Ik was heel moe geworden, en werd slap van de warmte. Ik dronk mijn waterflesje leeg, en besloot terug te gaan naar mijn fiets en lekker te gaan uitwaaien en op mijn kamer een paar uur te gaan slapen. Daarna zou ik wel zien.

Op weg naar mijn fiets passeerde ik nog St. Bene’t’s Church. Er stond een bord voor met dat het de oudste kerk van Cambridge was, dus nog maar even gekeken. Het was er koeler dan buiten. Van mijn laatste Engelse muntjes een kaarsje opgestoken voor iedereen die het nodig heeft. Toen inderdaad naar de fiets en naar de kamer en plat. Ook nu kon ik de weg uit mijn hoofd vinden.

Voor het avondeten wilde ik naar een Indiaas restaurant in de buurt. Een paar minuten lopen verderop, bleek deze helaas gesloten. Gelukkig was ik langs een fusion street food kar gekomen, en toen ik daar weer terug langs kwam, de gok genomen en op Zuid-Afrikaanse origine teruggrijpende fusion fries en pulled chicken besteld met een ginger beer. Ik vroeg de man in de kar of dat een Nederlandse vlag was op zijn kar, naast de Zuid-Afrikaanse en nog een andere vlag die ik niet herkende. Inderdaad, zei hij, hij had voorheen ook poffertjes verkocht, maar in zijn eentje in deze kleine kar had hij die weggelaten. Op de kamer gekomen, bleek het allemaal erg smakelijk.

Vanavond vloog de tijd voorbij. Er is nu al voor de tweede avond op rij vuurwerk aan de gang, wat goed te horen maar jammer genoeg niet te zien is. Hier in de keuken geurt het naar de kruidige gerechten die Elaine de hostess aan het maken is. Morgen weer rustig aan alles inpakken en door op het fietsje naar Braintree. Hopelijk zijn mijn armen dan voldoende bijgekomen om de 55 km weer aan te kunnen. Dus ik stop nu maar gauw met typen.

maandag 20 juni 2022

Luton - Cambridge

Vandaag kan ik het redelijk kort houden: ochtendritueel, 30 km langs de provinciale weg, daarna gelukkig ook nog 20 km door prachtig agrarisch gebied met heuvels en mooi uitzicht over de graanvelden.

Enorm veel minikevertjes, mijn armen zaten steeds vol ermee. Het laatste stuk naar mijn onderkomen in noord Cambridge was weer minder interessant. Wel een verademing ten opzichte van Luton, want hier is het tenminste schoon op straat. Uiteraard was er ook weer een koffiestop, en het was redelijk weer. In zweefvliegtermen 6/8 bewolkt en 17 graden met een aardig windje tegen.

Het onderkomen was nog niet helemaal klaar, hoorde ik van hostess Elaine vanuit het raam op de 1e verdieping. Ze had nog een half uurtje nodig voor het schoonmaken. Dan maar even mijn boterhammen opgegeten buiten op het buurtbankje. Ook hier weer veel van die kevertjes, en heel kleine vliegjes. 

Eenmaal binnen bleek het een ruime kamer, en ik kon een plankje in de koelkast gebruiken, en de waterkoker in de keuken voor koffie. De douche bleek niet helemaal optimaal, waar ik ook al voor gewaarschuwd was: de slang is lek. Maar een beetje tape eromheen hielp iets, en het zweet ging er in ieder geval af. Fietskleren weer meegenomen onder de douche, uitgespoeld en over het balkon uitgehangen. Dat zal sneller drogen dan in de kast.

Het onderkomen zit op een kwartiertje fietsen van het centrum, en ik ging er nog even op uit met het prachtige weer. Eerst gewoon random een beetje rijden en kijken. Daarna een ijsje gegeten op het muurtje voor Kings College, waar het grasveld vol zat met studenten, of in ieder geval meest jonge mensen. Ik ga morgen wel zelf enkele Colleges en musea bezoeken, en laat de walking tour dit keer zitten.

Na mijn diner bij een Italiaan, een gecombineerd gerecht met pasta en salade voor de prijs van één hoofdgerecht, nog even verder rondgereden, en uiteindelijk omdat Leonie me belde, neergestreken op het gras van Jezus Court, net als vele andere recreanten. Het is ook nog superlekker weer. Mensen zijn aan het chillen met een muziekje, zijn ballen aan het overgooien en verderop wordt getennist. De schaduwen worden langer en de schaduw van een boom heeft me bijna ingehaald.

Eerste indruk van Cambridge: groter en minder overzichtelijk dan Oxford maar zeker positief. Op één van de universiteitsgebouwen zag ik bordjes hangen wat daar allemaal ontdekt was: in-vitro fertilisatie was er een van. Ook stonden er namen van Nobelprijswinnaars bij vermeld die daar gewerkt hadden. Erg sfeervol, maar minder "Harry Potter". Benieuwd wat ik morgen weer allemaal ga ontdekken. Ik heb er de hele dag voor.


zondag 19 juni 2022

Oxford - Luton

De routine van ontbijt op de kamer werd vandaag nog even voortgezet. Alles inpakken, in twee etappes naar beneden slepen, laatste check op de kamer, en de sleutel inleveren. Dat laatste gaat bij dat zelfde apparaat waar ik de sleutel twee nachten geleden ook uitgehaald had. De aan het sleutelbosje hangende NFC druppel aanbieden, klepje springt open, sleuteltje erin, klepje weer dicht. De hele twee dagen in het hotel, behalve één keer een medebewoner op de gang, niemand gezien. Ik vind het eigenlijk heel ongezellig, maar iedere nacht in een hotel van meer dan 100 pond, dan wordt het wel een heel dure vakantie. En het is nu al niet goedkoop, maar goed, daar had ik wel op gerekend.

De rit naar Luton was 70+ km, de langste tot nu toe, dus had ik me voorgenomen om na ongeveer 30 en ongeveer 50 km in ieder geval een pauze in te lassen, en vooral ook genoeg te eten onderweg. De route was erg mooi. In Chilton stond ik met mijn rug naar Chilton House, uit te kijken over heuvels en dalen, met een meertje, prachtig. En er waren meer van deze vergezichten vandaag, in het 1e deel van de route. Het was goed opletten, want er moest nogal eens van richting worden veranderd, en met mijn oordoppen in tegen de windruis, hoorde ik de piepjes van de Garmin niet. Maar over het algemeen ging dat prima. Helaas was de pub die ik na ongeveer 30 km tegenkwam, nog tot 12 uur gesloten, en het was pas bij elven. Dus werd het een sigaar uit eigen doos, ofwel een bruine boterham met kaas, een handje gedroogde mango, een paar voorverpakte koekjes en een pakje jus d’orange.

De route werd tussendoor minder interessant, en na 50 km kon ik een kop koffie nemen bij een uitspanning die wél open was. Daar was het redelijk druk met gezinnen die een tafeltje hadden geboekt voor vaderdag. Vóór Luton werd het weer een tijdje wat leuker, met bossen, een stukje kanaal en wat vergezichten, en ik stuitte zowaar vlak voor het dorpje Marsworth op een Steam & Classic Vehicle Rally.

Nou dat was me wel 6 pond waard om daar even een blik te werpen. Het was behoorlijk groot, ik schat twee voetbalvelden, en ook behoorlijk druk. Je hoorde de stoomfluiten al. Echt een familie-uitje, hele gezinnen inclusief opa en oma, honden en buggy’s werden weer naar binnen gesleept. Keurig geregeld met parkeren in het boeren veld en voldoende vrijwilligers om kaartjes te verkopen, overal vuilnisbakken, voedselverkoop, toiletten, aan alles was gedacht. En er was ook erg veel moois te zien. Oude motoren, classic cars van de begintijd van de auto tot een vrij nieuwe Dodge Challenger, stationaire motoren, waar bijvoorbeeld vroeger een pomp mee werd aangedreven, en natuurlijk de prachtige stoomtractoren.
Ik zou verwachten dat die veel herrie zouden maken, maar nee, stoom is eigenlijk helemaal niet zo luid. Een beetje gepuf en gesuis, dat is het eigenlijk. Er zijn ook geen ontploffingen, zoals bij diesels of benzinemotoren. Erg mooi allemaal, en een leuk sfeertje. Maar ik wilde niet te lang blijven rondhangen, om mijn energie voor het fietsen te bewaren.

Eenmaal in Luton, bleek ik een uur te vroeg om in te checked, dus de dichtstbijzijnde pub opgezocht. Dit bleek echt een buurtkroeg te zijn, waar iedereen elkaar kende, en ik in 1e instantie door de andere gasten genegeerd werd. Wel werd ik, al voordat ik binnenkwam, door één van de stamgasten met gebaren gewezen op de achteringang. Dat leek hem een beter plan voor mijn fiets. Daar was ik het mee eens, want nu kon ik hem in de gaten houden. Eerst zat ik met mijn biertje buiten, maar ik vond het net te koud, en er dreigde regen. Eenmaal een poosje binnen, kwam er een oudere man naar me toe om een praatje te maken. Hij vroeg wat ik daar zo alleen deed, en hoe ik hier verzeild was geraakt. Ik zei hem dat ik een b&b in de buurt had, maar nog niet kon inchecken. Hij bleek in de straat dwars op die van mijn onderkomen te wonen. Hij was verbaasd dat in een gewoon woonhuis in zijn wijk een kamer verhuurd werd. Een gezellig gesprekje, maar John, zoals hij bleek te heten, was wel iemand die me steeds even moest aanraken. Corona of niet, ik houd daar niet zo van. De tijd ging in ieder geval wel sneller, en ik ging nu met een biertje op, de heuvel weer op, want ja, de b&b lag zo’n beetje op het hoogste punt van Luton.

Inchecken ging hier gelukkig gewoon face-to-face, en mijn fiets kon weer in de aanwezige mini-garage staan. Daar zou je geen moderne auto in kwijtraken, hooguit een Morris Minor of zo. Op de kamer is plenty kastruimte, maar een stoel past er niet meer bij… Maakt allemaal niet uit, het is toch maar voor één nachtje. Om wat te eten, moest ik nog wel naar buiten. Ik weet niet of er nog andere gedeeltes van Luton zijn, die wél de moeite waard zijn om te bekijken, maar wat ik ervan gezien heb, kan Luton gerust overgeslagen worden. Overal troep, volle vuilnisbakken bij elk huis (en ik weet niet of ze morgen geleegd worden, maar ik denk van niet), er wordt op straat meer Roemeens dan Engels gesproken en ik vond er geen leuk restaurant. De street food zag er wel goed uit, dus ik kocht een Kathi Roll, de Indiase variant van een roti-rol. Erg lekker. Ik at die al lopende op, en bedacht dat het wel slim was om voor morgen ook weer wat in te slaan. Ik had nog een yoghurt en een banaan, dus iets brood-achtigs voor ontbijt en picknick was wel handig. Ik liep verschillende kleine winkeltjes van allerlei etnische herkomst in, en in de laatste kocht ik voorverpakte cake, ook voor vanavond bij de koffie. Weer in het onderkomen, maakte ik inderdaad in de keuken een kopje voor mezelf. Daarna hield ik het niet meer, ik zette een wekker voor 30 minuten en viel als een blok in slaap.

Weer wakker geworden, lekker wat Spotify opgezet, en dit gebeuren weer in elkaar gereuteld. Vandaag hebben we het droog weten te houden, al werd het steeds een beetje kouder met de bewolking. Kijken wat morgen brengt, richting Cambridge

Dagje Oxford

Ondanks de klamme nacht, dankzij de onaangekondigde maar zeer welkome ventilator, toch prima geslapen. Douchen, aankleden, ontbijten op de kamer met BBC Breakfast op tv, het is zo’n beetje de routine. Ik bewaarde nog twee boterhammen voor morgen onderweg, maar de Nutella uit één van de vorige onderkomens ging eraan geloven.

Op de fiets naar het centrum was maar 5 minuten, met tijd genoeg om voor aanvang van de walking tour een echte koffie te scoren. Geen gebak dit keer, ik had immers net ontbeten. Mijn fiets voor de rest van de dag op Broad Street aan een nietje vastgezet, een mooi centraal punt, waar ook de tour zou vertrekken. Ook even rondgelopen op de overdekte markt, die al 250 jaar (!) als markt in gebruik is. Gekeken of ik een leuk souveniertje zag voor Leonie, maar nog niets gevonden. Wel een idee gekregen, maar ik zeg niks :-)

Bij het verzamelpunt stonden een stuk of zes gidsen met groene jackjes aan. Ik meldde me aan, en er werden steeds groepjes van 11 met een gids op pad gestuurd. Ons groepje had Beth als gids, een 2e of 3e jaars studente van het Balliol College, met een vlotte babbel. Ze vertelde wat leuke anekdotes over de animositeit met de buren, het Trinity College. Na 23 jaar was de schildpad van Balliol ineens verdwenen en ook na lang zoeken, niet meer terug te vinden. Dat moest natuurlijk de schuld van Trinity zijn! Naast wat andere ongein, had Balliol drie schapen in de tuin van Trinity losgelaten, de eerste met een grote 1 op zijn / haar rug, de tweede met een grote 2, en de derde met een grote 4! Je raadt het al, Trinity heeft een paar dagen gezocht naar het derde schaap…

De tour ging zo langs diverse Colleges. Ik snapte het niet helemaal, en vroeg hoe het dan zat. Was iedereen student van Oxford University, en tevens lid van een College? Inderdaad bleek dat het geval. Er is in Oxford niet zoiets als een campus. De meeste colleges (lessen) worden op de Colleges gegeven, maar met name de meer specifieke ook in bijvoorbeeld het universiteitsgebouw voor scheikunde of talen. Een College is dus een soort thuis. Een student kiest bij aanvang van zijn of haar studie een College, en daar woont, werkt en leeft de student dan. Ook alle speciale evenementen, zoals graduations, worden met de eigen College gedaan. Ook het roeien tegen Cambridge werd even genoemd, maar over The C-word werd verder niet gepraat.

Verschillende gebouwen werden bezocht, en van gedetailleerd commentaar voorzien. Eén College, met name New College, gingen we binnen, na eerst onder de Brug der Zuchten doorgelopen te zijn die twee gebouwen over een straat met elkaar verbindt. In New College werden vooral de mooie Dining Hall en de Cloisters, zeg maar kloostergangen, bekeken. De Dining Halls van de diverse Colleges hebben als inspiratiebron gediend voor de Harry Potterfilms. De kloostergangen komen zelfs letterlijk voor in de films, en de enorme boom die er staat is gebruikt als ‘beukwilg’. Later kwamen we nog in de Divinity School van de Bodleian Library, die in de 1e twee films van Harry Potter als ziekenzaal had gefigureerd. Aan de foto’s van de filmscènes die aan de muur hingen, was wel een en ander te herkennen, maar het was ook goed te zien, aan bijvoorbeeld de ramen, dat er toch wat CGI (computer generated imagery) heeft plaatsgevonden. Er zijn in Oxford nog meer plaatsen waar opnames voor Harry Potter, en ook vele andere films, hebben plaatsgevonden. Wat wil je ook, met zo’n mooie stad!

Aan het eind van de tour, die zeker niet helemaal droog was verlopen, had ik trek gekregen en volgde de tip van onze gids door wat te gaan eten in de White Rabbit. Weer warm geworden, ging ik op weg naar het Pitt Rivers museum. Dit museum bestond eigenlijk uit twee musea aan elkaar vast. Een deel was gewijd aan prachtige dinosaurus- en andere skeletten (afgietsels vaak, maar goed, dat stond er dan wel duidelijk bij) en de mooiste fossielencollectie die ik ooit heb gezien! Puntgave voorlopers van dolfijnen noem ik het maar even, en ook zo groot, waar je niet alleen de botten, maar ook de verkleuring kon zien waar het zachte weefsel gezeten had. Plessiosaurussen van meters lang, ook puntgaaf. Een stuk zeebodem met twee soorten trilobieten en vijfpuntige zeesterren van 250 miljoen jaar oud, zó mooi! Je hoorde in je hoofd de stem van David Attenborough er gewoon bij. En dan het tweede deel van het museum, een zeg maar zeer eclectische verzameling van verzamelingen, uiteenlopend van wapens in alle soorten en maten door de hele geschiedenis, via oosterse religieuze artefacten tot aardewerk van de Ming dynastie tot nu, echt teveel om op te noemen. Maar ook veel te veel om in je op te nemen, dus ik ging daar vrij snel doorheen.

Het was nog steeds koud buiten, dus ik koos nog een museum uit: het History of Science museum. De musea in Oxford zijn gratis, dus het is niet zo erg als je ergens een stuk overslaat. Hier vond je onder andere prachtige meetinstrumenten. We denken er niet meer bij na als we op het display in de auto de temperatuur weergegeven zien, even als voorbeeld, maar er was een tijd dat wetenschappers zelf dit soort meetinstrumenten moesten maken, omdat het er eenvoudigweg nog niet was. Ik herinnerde me mijn eigen stage bij het Kamerlingh Onneslab in Leiden, waar ik ook meetapparatuur heb gebouwd voor de MRI-proeven die ze daar deden: niet te koop, dus zelf (laten) maken! Een hoogtepunt was het schoolbord dat Albert Einstein in 1933 gebruikt had om formules op te schrijven tijdens zijn gastcollege in Oxford. Dit had men op één of andere manier geconserveerd en dat hing daar aan de muur. Toch wel bijzonder! N.B. Ook hier kwam ik Herschel tegen, weet je nog, de astronoom die Uranus ontdekte.

Aan de overkant zat het gebouw van de nieuwe Weston Library, door Beth de gids eerder omschreven als uitziend als een openbaar zwembad. Ik had gezien dat daar, naast de tentoonstelling over geschriften waar we met de walking tour een blik op geworpen hadden, ook een kleine tentoonstelling was over het archief van Carter en Carnarvon, die samen het graf van Toetanchamon ontdekt hebben. Prachtig, de agenda / het dagboek van Carter opengeslagen op de pagina waar hij schreef dat hij traptreden had ontdekt. Vervolgens het telegram naar Carnarvon, dat die maar beter kon komen, want dit was groots. En dan mooie foto’s van superkwaliteit, en gedetailleerde originele tekeningen van het afpellen van de mummie, met elk stukje sierraad zorgvuldig ingetekend. Echt weer prachtig om dit zo te kunnen zien!

Toen was het zo langzamerhand tegen half vijf. De markt met het street food zou tot vijf uur zijn, dus snel die kant op. De indeling bleek iets anders dan gisteren, want nu was er ook een podium opgebouwd waar gedanst werd. Altijd leuk en een muziekje voor de sfeer erbij. Mijn Sri Lankaanse verkopers weer gevonden, en een lekkere bak kip curry met rijst gehaald. De deksel erbij, zodat ik de rest thuis kon opwarmen. Het smaakte prima, eigenlijk leek het op Surinaamse roti kip, maar dan met rijst in plaats van roti. Op de terugweg nog even een biertje gehaald bij de Sainsbury’s, verder had ik alles al, genoeg voor het ontbijt en een eventuele picknick. Op de kamer tijdens het opeten van de rest van de roti, oh nee, kip curry, gekeken (op BBC 2) naar een docu over Paul McCartney die vandaag 80 is geworden, met veel van de door hem geschreven liedjes daarin. Ook weer een motivatie om de reisgitaar weer in de goede stemming te brengen en een beetje mee te pielen. Daarna nog even doorgespeeld met een paar dingetjes van mijn eigen oefenlijstje.

Voor het eten had ik al weer wat aandacht aan de planning gegeven. Ik wilde niet tot het laatste moment wachten met boeken van de ferry naar Hoek van Holland, hij mocht eens vol zijn (de nachtboot was dat inderdaad ook al) maar ook voor de planning van Leonie wanneer zij mij van de boot zou moeten komen halen. Ik hoef nu alleen nog maar een overnachting tussen Cambridge en Harwich te vinden, de rest is nu vastgelegd. Op 24 juni ben ik ‘s avonds weer thuis. En dan is het wel mooi geweest ook. Maar eerst morgen weer op de fiets, hopelijk met iets droger weer dan nu het geval is.

Bootje varen - Harwich - Hoek van Holland - thuis

Gisteren op de boot had ik nog geen zin om de boel hier in het blog af te sluiten. Ik zat er in mijn gedachten nog middenin. Nu ben ik wakke...